Wow, dat was een enorme creatieflow. Ik zat er middenin, het bruiste aan alle kanten en ik kon niet meer stoppen met creëren. Heerlijk, na een lange periode van intern werk, shifts en voorbereiding op het ‘grote werk’. Het kwam er nu zonder enige moeite allemaal uitrollen. Ik had het eindelijk weer te pakken, bergen werden verzet en niets kon me nog stoppen.

Op een van die dagen beleefde ik een waanzinnige piek, ik had energie voor tien en ’s avonds ging ik stuiterend mijn bed in. De volgende ochtend werd ik wakker, klaar om te shinen en om al die dingen die ik al zo lang vorm wilde geven, verder uit te werken en de wereld in te sturen. Maar ik maakte een rare beweging en… het schoot in mijn rug. En niet zo’n klein beetje, maar heel, heel erg. Zo erg dat ik niet wist hoe ik zonder te gillen uit mijn bed moest kruipen, hoe ik me moest afdrogen na het douchen en daarna huilend bovenaan de trap stond, niet wetend hoe ik naar beneden moest komen.

Monster

Hoe kon dat? Juist op dat moment, terwijl ik zó in de flow zat. Ik kon het niet rijmen. Maar terwijl mijn buurvrouw de fysiotherapeute me vooral verbaal steunde (ze kon bijna niets doen, te veel pijn), ik aan de zware pijnstillers ging en mijn tijd uitzat en -lag, begon het stukje bij beetje door te sijpelen. Hij had me weer eens te pakken… de upper limit. Mijn plafond, dat ‘alles-in-mij-zegt-nee-dit-kan-niet-je-mag-niet-uitblinken’ monster. De stem die iedere overwinning, elk klein beetje richting jezelf ontstijgen, meteen de kop indrukt en daar werkelijk alles voor inzet: autopech, vliegtuigproblemen, technische strubbelingen, ziekte, geluidsoverlast en ga zo maar door. Bedenk het en het kan (tegen je) gebruikt worden.

Mijn upper limit had me te pakken.

En goed ook. Hij wilde maar één ding en dat was mij terugduwen onder dat maaiveld. Verdorie! Mijn hele flow naar de haaien. Ik was weer helemaal terug bij af, althans zo voelde het. Ik was lamgelegd en die bakken met energie? Weg. Zo ging het me natuurlijk nooit lukken om eindelijk echt die content, dat nieuwe aanbod, dat wat ik te brengen heb en waarmee ik mijn geld (wil) verdien(en), in de wereld te zetten.

Uitblinken

Al dat maaiveld- en ‘doe maar gewoon’-gedoe heb ik altijd zó stom gevonden, maar ondertussen had het ook mij te pakken, stiekem zat het ergens in mij steeds te wachten tot het toe kon slaan. Want had ik niet altijd al nogal middelmatig gepresteerd? Nooit serieus veel geld verdiend? Op school wel probleemloos mijn diploma’s gehaald, maar zonder echt goede cijfers? Ik stond niet bepaald bekend als iemand die ergens in uitblonk. Om eerlijk te zijn…

 IK HAD ALTIJD KEIHARD MIJN BEST GEDAAN OM NIET UIT TE BLINKEN!

Ai!
Dit was niet een klein upper limitje, maar een HUGE exemplaar en ik droeg het misschien al mijn hele leven met me mee. Of zelfs nog (veel) langer dan dat. Hoe vaak had ik niet al op het punt gestaan om ‘door te breken’ en was het niet gebeurd? Was er altijd wel iets geweest, nog een innerlijke hobbel te nemen, een vette griep die me te pakken kreeg, andere fysieke problemen of iets anders wat mijn aandacht vroeg en afleidde van wat er op dat moment eigenlijk op het punt stond te gebeuren? Djiez, terugkijkend op mijn leven(s) is het bijna spooky hoe je de klok erop gelijk kon zetten dat ik bij een mogelijke doorbraak of echt succes, iets in mijn leven creëerde waardoor het van de baan was, werd uitgesteld, de kop in werd gedrukt.

Bang

Op de lagere school (zoals die toen nog heette) zat ik mezelf en mijn succes soms te saboteren; lelijk schrijven en opdrachten slechter maker dan ik kon. En ik begreep daar niets van. Een waanzinnig gave once in a lifetime stage bij een van onze nu meest succesvolle modeontwerpers, liet ik lopen door een (eigenlijk onbenullig) fysiek probleem. Omdat ik in m’n broek scheet van de angst. Dat zag ik toen niet, maar jaren later wel. En dat heb ik geweten, doordat ik die man jaren later regelmatig in tijdschriften en op tv langs zag komen en soms nog. Een enorme gemiste kans! Omdat Anoukje te bang was om succesvol te worden…

De upper limit is een griezel die kan toeslaan op momenten dat je het niet verwacht en op manieren die jij niet in de smiezen hebt. Met als resultaat: geen resultaat. Middelmaatje of ver onder de maat. Blijkbaar voelt dat ergens heel comfortabel. Laat ik maar niet… want dan…
Maar op een gegeven moment gaat het wringen. Merk je dat het niet langer gaat. Dat je het echt niet langer zo wilt. Dat de wens, het verlangen naar wat je wel wilt, sterker wordt en zo sterk wordt dat het een conflict oplevert in jou. En dat… is je kans!

Er onderuit komen

Je bent toch zeker niet gekomen om jezelf constant tegen te houden, tegen te werken en dan dus niet te kunnen doen wat je juist wél wilde komen doen? Nee nee nee, ik dacht het niet. Maar dan? Hoe kom je hier onderuit?

Een begin is: kijken naar wat voor voordeel het plafond nog voor je heeft. Er is blijkbaar een reden om die grens in stand te houden. Wat levert het jou op om dat te doen? Wat is de winst die je eruit haalt, ook al zie je dit absoluut niet zo? Is het omdat je ergens niet voorbij het niveau van je ouders wilt komen bijvoorbeeld? Dat kan heel goed, hè, als kind van je ouders is dat helemaal niet raar. Misschien zit er in jou het idee dat er meer van je gehouden wordt als je een ‘brave dochter’ bent?

Misschien is je plafond nog wel veel ouder dan je huidige leven? Zit er een overtuiging in het familiepatroon, bijvoorbeeld in de vrouwenlijn, die van generatie op generatie wordt meegegeven, zoals: een vrouw staat in dienst van haar man (ja, zo was het nog niet eens zo lang geleden nog). Zo’n overerfd patroon kan diep in je cellen zitten en met dat onderdanige gedrag houd jij het systeem tevreden, zeg maar.

Je ‘winst’ zou kunnen zijn:

  • je creëert geen conflictsituaties en/of komt er niet in terecht
  • je hoeft je eigen angsten niet onder ogen te zien
  • je hoeft het bekende niet los te laten
  • anderen hebben je lief en dit blijft zo
  • je hoeft niet het achterste van je tong te laten zien

Als je door dat plafond heen wilt breken, zul je een offer moeten doen: deze ‘winst’ laten gaan. Bewust, want zolang je niet helder hebt wat die winst is en wat je dus gaat ‘offeren’, wordt het bijzonder moeilijk om door te breken.

Relax

Maak er geen lijdensweg van, een moeten en een geforceerd gedoe. Het hoeft niet allemaal in een keer en het hoeft ook niet al te serieus. Als het weer eens verschijnt, ga er dan niet van balen en  lopen klagen. Maak er gewoon een leuk project van. Gebruik humor en ga spelen met dat plafond. Word opmerkzaam en zie wanneer het er niet is en wanneer het tevoorschijn komt. Zeg dan bijvoorbeeld: “Hé, daar ben je weer, ik zie je wel, hoor. Kun je een beetje ruimte voor me maken?” Zo creëer je ook ruimte voor jezelf, je maakt je ruimte steeds groter. En al spelenderwijs schuift je plafond op en kan jij steeds meer gaan shinen. En dat geldt natuurlijk ook voor mij.

Hoe je dat plafond nog verder omhoog kunt duwen, kun je een volgende keer lezen…

Upper limit problem is een term van de auteur Gay Hendricks die hij uitgebreid beschrijft in zijn boek The Big Leap